Vandaag zijn we begonnen met een verfrissende duik in het zwembad. Daarna zijn we vertrokken naar Death Valley National Park, ook wel “The hottest place on earth” genoemd. In 1913 werd hier met 57 graden Celsius een warmterecord gevestigd. Dit werd wel alweer een jaar later verbroken in een Lybische woestijn. We zijn op het laagste punt van het westelijk halfrond geweest. Dit lag op -288 feet, oftewel 85,5 meter onder zeeniveau. Dit is een grote zoutplaat. Heel lang geleden lag hier een groot zout meer. Maar omdat het nu een woestijn is, is het opgedroogd. De warme droogte daar was ondraaglijk. Wij waren er om 6 uur, gelukkig was het toen maar 47 graden Celsius.
Daarna bezichtigden we de bergen op verschillende plekken. Dat was niet zo bijzonder. Wat wel bijzonder was, was een groepje met kleine bergjes. Lang geleden was er op deze plek een berg, maar die is gespleten. Daardoor zijn veel verschillende gesteentelagen tevoorschijn gekomen, waardoor je veel verschillende kleuren ziet. Zoals oranje, groen, roze en blauw. Deze fellere kleuren zijn er doordat er bepaalde mineralen in de gesteentelagen zitten.
’s Avonds sloten we de dag af met een niet verfrissende duik in het zwembad van de Furnace Creek Ranch, nadat we lekker pizza hadden gegeten. Dit was ons hotel. Het water was heel warm. Dit water was afkomstig van een bron, stroomde door het zwembad en ging daarna door naar het irrigatiesysteem van de golfbaan.
Doordat hier nauwelijks omgevingslicht is, zagen we enorm veel sterren. We konden zelfs de Melkweg zien, die als een lichtere band de pikzwarte hemel overstak.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten